WONEN IN ITALIË – Voor het eerst in Italië

De regen komt met bakken naar beneden. Wat een pestweer.

Ik had drie dagen logé's uit Nederland. Die kregen alleen maar appjes met vragen in de trant van: "En, lig je lekker te bakken in de zon?" Ik herken dat. Mensen denken dat het hier het hele jaar 30 graden is. Nee dus.

Gistermorgen na het ontbijt zijn mijn logé's, vrienden uit Uden, vertrokken. Ze gingen naar de kust, waar het op dit moment ook regent. Maar optimistisch als ze zijn, reden ze vrolijk zwaaiend de straat uit, spetterend door het water dat als een riviertje naar beneden stroomde.

Toen ze weg waren, ging ik de ontbijttafel afruimen en aan de afwas. Door de reuring rondom hun vertrek, liep ik om half elf nog in m'n ochtendjas.

En ja, dat zul je net zien, daar hoorde ik de deurklopper. Ik deed de deur open en er stond een lange man in druipende regenkleding voor m'n neus. Een wandelaar met een rugzak. Naar later bleek een Belg. Hij vroeg me of er hier ergens een café in de buurt was.

Op een normale dag zou ik hem meteen koffie hebben aangeboden, maar ik wilde zo graag m'n huis opruimen en gaan douchen, bovendien is de bar maar 200 meter van m'n huis verwijderd, dus stuurde ik hem daarheen.

Daarna bleef het rustig en kon ik m'n huis en mezelf opknappen. Ondertussen waren mijn gedachten steeds bij die andere toeristen, mijn vrienden uit Uden die op weg waren naar hun volgende vakantieadres.

Ze zijn voor het eerst in Italië. De afgelopen dagen had ik ontdekt dat wat ik hier de gewoonste zaak van de wereld vind, voor hen soms totaal nieuw is.

Ze hebben ons erg geholpen met de zorg voor mijn moeder. Daarom wilde ik ze nu eens extra verwennen. De ijskast zat bomvol, ik had taart, appelmoes, soep gemaakt en ik zou lekker voor ze gaan koken.

Overdag gingen we op pad en liet ik ze de omgeving zien. Met z'n drieën pasten we precies in mijn Panda (ik moet nl. zelf rijden anders word ik wagenziek) en reden we door de heuvels van de Langhe.

Tussen de middag deden we ons te goed aan lunches in plaatselijke trattoria's. En hier eet je dan echt geen broodje kaas. In heel Italië wordt tussen de middag warm gegeten. En dat waren mijn gasten helemaal niet gewend.

Na twee dagen Piemontese pranzo's konden ze geen pap meer zeggen. En bleef ik met een halfvolle ijskast zitten.

Ook niet slim van mij. Ik had van te voren kunnen bedenken dat zij hier niet aan gewend zijn.

Italianen hebben een ander dagritme. Ze staan vroeg op, ontbijten nauwelijks, drinken een espresso in de bar en gaan aan het werk. Tot twaalf uur en dan is het tijd voor het 'pranzo', de lunch.

Het openbare leven komt een aantal uren volledig tot stilstand. Winkels, musea, kerken gaan dicht tot een uur of vier. Dat moet je maar net weten.

Voor wat voor verrassingen komen ze nog meer te staan, dacht ik verschrikt.

Inmiddels heb ik een eerste berichtje ontvangen. Ze zitten in een prachtig hotel in Rapallo. Ze hebben ook al een leuk restaurant ontdekt met een kaart die in het Engels is vertaald.

Het lijkt er dus op dat ze zich hier best zullen redden. Als het weer nu ook nog opknapt, zul je zien dat ze ook een beetje van Italië gaan houden...



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.